“We kijken hier naar processen van verlanding van veensloten. Het gaat pas verlanden als je niet beheert en niet de kanten en de oevervegetatie maait”, vertelt René Faber, veldcoördinator bij het agrarisch collectief Rijn, Vecht en Venen (RVV), kijkend naar een sloot en oever op de hoogwaterboerderij. Faber is uitgenodigd voor de eerste brainstormsessie over slootkantenbeheer op de Hoogwaterboerderij in Zegveld.

De achtergrond is het samenstellen van een slotenplan, waarin beheerafspraken worden gemaakt in het kader van het Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer, ANLb. Op de hoogwaterboerderij liggen zo’n 20 sloten met een totale lengte van 10 km. Sloten en slootkanten bieden een afvoermogelijkheid voor water; kunnen een opslagbuffer of berging vormen bij teveel aan water en zijn een belangrijk biodivers landschapselement in de polder. De situatie op de hoogwaterboerderij is echter uniek vanwege het opzetten van het slootpeil. Zo is bijvoorbeeld waterafvoer en -opslag bij piekbuien kleiner op de hoogwaterboerderij. Het collectief RVV kijkt samen met onderzoekers en uitvoerders naar de inhoud van een slotenplan; welke beheerafspraken er gemaakt kunnen worden en welke specifieke dilemma’s daarbij komen kijken.

Minimaal beheer

Binnen het ANLb wordt met het beheerpakket ecologisch slootschonen rekening gehouden met de biodiversiteit in het water. In het veld reageert Faber, specialist op dit thema, dan ook verheugd op de dik begroeide slootkanten; hoewel niet zo bedoeld of aangelegd zien de oevers er natuurlijk uit met een hoge diversiteit aan flora en fauna. Het tot nu toe minimaal uitgevoerde beheer lijkt goed uit te pakken.

Op de proefvelden van de hoogwaterboerderij staat het waterpeil in de sloten hoog en gecombineerd met het minimale beheer brengt dat ook nieuwe vraagstukken met zich mee. Denk aan vertrapping door vee, verlanding en door het hoge peil wordt ook de druk op het grasland groter (= het kwijtraken van grasoppervlak). Vragen als, blijft de sloot open genoeg voor waterafvoer en horen de dik begroeide kanten nog wel bij het grasperceel – noodzakelijk om het landbouwperceel te laten zijn en er een ANLb pakket –  bufferstrook van in principe 2 meter – op te kunnen leggen. Maar ook hoe vanuit ecologie en waterbeheer het werk efficiënter kan worden uitgevoerd.

Maatwerk

De vergoedingen voor het slootbeheer in het ANLb zijn gestegen en er is meer maatwerk mogelijk. Bovendien krijgen boeren een plus op het pakket bij ecologisch slootschonen. Schonen gebeurt het liefst met de maaikorf of ecoreiniger en gefaseerd zodat dier- en plantensoorten kunnen overleven. De sloot wordt dus niet volledig geschoond en geleegd. Maar is wel open genoeg om te voldoen aan de eisen van het waterschap die ervoor zorgen dat we droge voeten houden. De veldcoördinator belooft snel met een plan van aanpak te komen voor het vervolgtraject, dat in het programmateam van Boeren bij Hoogwater kan worden besproken zodat er begin volgend jaar een goed concept ligt en de uitvoering in 2023 kan beginnen!


Afbeelding: René Faber, veldcoördinator van het agrarisch collectief Rijn, Vecht en Venen, (RVV) wordt rondgeleid op de percelen van de hoogwaterboerderij door Wim Honkoop, betrokken bij het programmateam, Monique Bestman, onderzoeker/bioloog duurzame veehouderij van het Louis Bolk Instituut en Jasper Beek, bedrijfsleider KTC Zegveld.