Al meer dan 30 jaar werkt onderzoeker Karel van Houwelingen bij KTC Zegveld. Hij is van onschatbare waarde voor het bedrijf en weet waarover hij praat. Hij werkt mee aan recent onderzoek voor de Hoogwaterboerderij, maar doet ook al jarenlang beweidingsproeven. In een interview vertelt hij over zijn werk en wat hem beweegt.
Met een grasmeter loopt hij het veld in. De jerseys komen nieuwsgierig dichterbij, totaal niet bang en gewend aan reuring in de wei. Het gras op de Hoogwaterboerderij wordt wekelijks gemeten op de percelen die beweid worden, zodat het bijvoer erop kan worden afgestemd. En dat is volgens Van Houwelingen belangrijk om, gedurende het seizoen het optimale uit het gras te en koe te halen. Ook worden er iedere twee weken grasmonsters genomen waarbij het eiwitgehalte en de voederwaarde worden onderzocht.
Er is, zo vertelt hij, nog geen groot verschil in graslengte tussen de hoog- en laagwater groepen: twee groepen jersey en holstein op het perceel met een verhoogde grondwaterstand en één holstein groep staat op het perceel met een gebruikelijke grondwaterstand. Om het grondwater voldoende hoog te houden is er een waterinfiltratiesysteem (WIS) aangelegd waarbij met behulp van drains en een pompunit het waterpeil wordt gereguleerd.
Van Houwelingen: ,,Als de grond verder uitdroogt en het grondwater inzakt in de zomerperiode zou er wel verschil op kunnen treden. Daarnaast meten we ook de wekelijkse grasgroei onder de kooien, waar de koeien niet bij kunnen’’, legt hij uit.
Alert
Op dit moment worden er bij de pompunits debietmeters geplaatst, waarmee de watervraag – wat gaat erin en wat gaat eruit – wordt beantwoord. De waterschappen volgen de vernatting van het veen met belangstelling omdat het gevolgen heeft voor het waterbeheer, de watervraag, maar ook de afvoer van water bij piekbuien. Vernatting kost water en dat moet ergens vandaan komen. Zo willen ze bijvoorbeeld weten wat de watervraag is als het een week 30 graden is.
Van Houwelingen: ,,De komende maanden moeten we alert zijn. Er liggen 10 stuks op 25 ha en de electronica het is nog geen plug en play. Uiteindelijk moeten we data op afstand kunnen volgen en uitlezen.’’
Wat hem aantrekt in zijn werk is de diversiteit. ,,Het is nooit één dag hetzelfde. We hebben soms wel dertig projecten lopen in één seizoen.’’ Hij komt alle aspecten van het onderzoek tegen, als voeding, bemesting, beweiding, grondwaterstand en waterbeheer. Het is een scala aan werkzaamheden en daarbij hoort ook het verwerken van de data en een planning maken vanachter zijn bureau. Het is de combinatie die het vak voor hem interessant en leuk maken, zoals ook het inzichtelijk en leesbaar maken van tabellen en grafieken voor het onderzoeksteam.
Drijfveer
Het zijn de lastige vraagstukken over klimaat, bodemdaling en broeikasgasemissies die hem boeien. Het is zijn drijfveer. Van Houwelingen: ,,Wat is technisch mogelijk? De natuur is weerbarstig en niet alles is maakbaar. Hoe ga je daar het beste mee om? En hoe krijgen we daar een vinger achter?
Het is volgens hem zeker mogelijk dat de boer kan blijven boeren in het veenweiden, maar de uitstoot van broeikasgassen moet naar beneden. ,,Met dit soort onderzoek moet het mogelijk zijn om een forse reductie te realiseren, al gaan we de 100% niet halen. 50%, zou al mooi zijn’’, aldus de onderzoeker.
Belangrijk vindt hij dat de boerenorganisaties pro-actief richting de toekomst gaan en niet star vasthouden aan wat ze hebben en de hakken in het zand te zetten – want dan hebben we volgens hem over 20 jaar geen landbouw meer. ,,Boeren zullen daarin hun eigen keuze moeten maken.’’