Laarzen aan, haren ongekamd, maar het interesseert onderzoeker Monique Bestman van het Louis Bolk Instituut weinig – want zo gaat dat als je regelmatig wormenplaggen moet steken in de proefpercelen op de Hoogwaterboerderij. ,,Is dit een laag water perceel? ’’, vraagt ze aan haar collega Roos van de Logt. Bestman knikt bevestigend, waarna ze uitlegt dat ze gaan kijken welke en hoeveel wormen er in de grond zitten; in relatie tot grondwaterpeil.

Ze steken met een schep een kluit van 20 bij 20 bij 20 cm uit de grond en die gaat meteen een vuilniszak in. In het laboratorium halen ze de wormen eruit. Daar worden ze gewogen, de soort wordt vastgesteld en er wordt gekeken of het jongen of volwassen dieren zijn.

Van de Logt assisteert Bestman. Voor de Limburgse is de polder een ‘beetje gek’ landschap vertelt ze, maar ze geniet zichtbaar en is er niet minder fanatiek om. Bestman: ,,Terwijl ik nog bezig ben met spitten hoor ik haar al met de hamer tekeer gaan, een teken dat ze al klaar is met spitten.‘’

De onderzoekers hebben er de hele dag voor uitgetrokken. Nog zeven percelen te gaan….