Van oudsher discussiëren boeren over het waterpeilbeheer in de polders. Logisch omdat een te hoog slootwaterpeil kan leiden tot schade aan de bodem en het kan de kwaliteit van het gewas beïnvloeden. Belangrijker is ook, of de percelen voldoende draagkracht hebben – want het gras moet nog wel met een machine of door de koe worden geoogst.
De aanleg van waterinfiltratiesystemen leert ons dat we veel meer naar het grondwaterpeil moeten kijken. Grondwaterpeil heeft vooral in de de polders een sterke relatie met het oppervlaktewater. En de grondwaterstand verandert ook door verdamping en regenwater, zeker in de zomer.
Praten over bodem is hip
Het is ‘modern’ om naast sloot- en grondwaterpeilen te praten over de bodemkwaliteit, bodembiodiversiteit en bodemleven, etc. Het heeft allemaal met elkaar te maken. Opvallend is dat in diverse beloningssystemen vooral de verbetering van de bodemkwaliteit positief wordt beoordeeld.
Bij Boeren bij Hoog Water werken we aan een duurzaam gebruik van de veenweidegronden en dat vraagt een adequaat watermanagement; niet te nat en niet te droog. Opmerkelijk is dat er bij het waterschap meer klachten binnenkomen over een hoog slootwaterpeil dan over een tekort aan water, zo vertelde een medewerker.
In recent onderzoek uit de Friese veenweiden werd gewaarschuwd voor het hydrofoob (waterafstotend) worden van veen bij langdurige droogte in combinatie met weinig of geen regenval – en dat zou ten koste gaan van de bodemkwaliteit. Ik kan me goed voorstellen dat in een droge veenweide de bodembiodiversiteit niet echt floreert.
Een duurzame vitale bodem is hip en het dagelijks gesprek bij veehouders en adviseurs aan de keukentafel. Voor mij is een duurzame vitale bodem een bodem die vochtig wordt gehouden – want in een wat nattige bodem gedijen wormen, schimmels en andere bodembewoners het beste. Maar het is wel een enorme klus. Het vergt nog veel denk- en graafwerk.