Het voorjaarswerk zit erop, de melkkoeien op de Hoogwaterboerderij zijn recent naar buiten gegaan! Voor boeren altijd een mooi moment dat aangeeft dat het seizoen echt begonnen is. En elk jaar zeggen we tegen elkaar: “Wat was het toch weer een bijzonder voorjaar.” Ook nu weer; we hebben serieuze vorst gehad, vervolgens bijna zomerse temperaturen en op 12 april lag er zelfs een heel dun laagje sneeuw. Hoe bijzonder is dat!
Nu we de grondwaterstanden van het eerste voorjaar van de Hoogwaterboerderij hebben bekeken, valt al wel één dingetje echt op. Wanneer we de zogenaamde ‘laag water’ percelen vergelijken met de ‘hoog water’ percelen, zien we in grondwaterstand en draagkracht nog niet zo veel verschil. Door het koude voorjaar is de onttrekking van water uit de bodem beperkt gebleven en is er nog geen verschil waarneembaar. Dit geldt overigens ook voor de draagkracht van de bodem; deze is op alle percelen al lange tijd onvoldoende om de koeien te beweiden. Een belangrijk aandachtspunt want dat bepaalt immers in grote mate de oogstbaarheid van het gewas.
Wat me nog het meest bezighoudt is het gevoel dat de bodem ‘terugveert’ wanneer je een rondje doet over de percelen. Het voelt dermate zacht aan dat het net lijkt alsof je over een waterbed wandelt. Elke stap die je zet, zak je iets weg in de ondergrond en veert de bodem terug bij de volgende stap. Met het uitzakken van de grondwaterstand op de ‘laagwater’ percelen heb ik er vertrouwen in dat dit gevoel snel verdwijnt. Maar wat gebeurt er met de draagkracht van de percelen waarbij het grondwaterpeil ‘hoog’ gehouden wordt? Moeten we wennen aan het ‘waterbed’ gevoel onder de voeten en gaan de wortels van de planten ons voldoende helpen de draagkracht op orde te houden? Nu we het tweede jaar van de Hoogwaterboerderij in gaan, wordt het echt spannend welke veranderingen de bodem ondergaat en wat dit gaat betekenen voor de gebruikswaarde van de grond. We gaan het zien; de praktijk is vaak weerbarstiger dan we denken.